Toen ik 25 jaar geleden als reisleidster in Roquetas de Mar (bij Almeria) werkte, reed ik vaak op mijn vrije dag naar Mojacar. Een schilderachtig dorp, zo’n 100 kilometer verder (peanuts naar Spaanse normen), in het oosten van de provincie Almeria, aan het einde van de Sierra Cabrera.
Het was mijn favoriete plek toen. Als ik ooit in Spanje wou blijven, dan was het daar wel.
Voor mij was het in het hoogseizoen een uitgelezen toevluchtsoord om even te ontsnappen aan de toeristische drukte die zo eigen is aan een populair artificieel vakantie-oord. Mojacar was een pak authentieker en bovendien nog erg mooi ook. Vorige week trok ik er nogmaals heen, benieuwd hoe het er zoveel jaren later uit zou zien.

Op weg naar Mojacar

Het is een prachtige dag meet een starlende zon aan een helblauwe hemel. Na een uurtje rijden doemt het vertrouwde beeld op: witte kubusvormige huizen op een heuvel. Het is een prachtig zicht: we stoppen even om een foto te nemen.

Mojacar pueblo

Mojacar bestaat eigenlijk uit 2 delen: de oude stad (of pueblo) en het strand (de playa), dat 3 kilometer verder ligt. Het dorp wordt al sinds de oudheid bewoond door verschillende bevolkingsgroepen en kan bogen op een heftige geschiedenis. Midden 19de eeuw begon echter de achteruitgang en heel wat inwoners trokken uit het dorp weg. Aan deze emigratie kwam echter een einde in de jaren zestig van vorige eeuw toen het toerisme het tij liet keren.

Het oude centrum

We parkeren onze auto beneden aan de rand van het dop en klimmen naar boven. Algauw staan we boven op een mirador met een prachtig uitzicht over het dal.

zicht vanop de mirador in Mojacar

Mijn eerste indruk is dat Mojacar nog steeds zijn oorspronkelijke karakter heeft behouden en ik ben opgelucht. Oké, er lopen wat meer bezoekers rond dan vroeger maar het dorp is niet getransformeerd tot een toeristische mallemolen.

Na een kop koffie op het plein duik ik het centrum in. De anderen gaan shoppen maar ik heb zin in sightseeing. Mojacar is niet zo groot. Toch ben je er wel even mee bezig want elk straatje is de moeite waard. Schilderachtig, netjes en uitnodigend. Het is een plezier om door de steegjes te dwalen, de winkeltjes in te duiken en langs de verschillende restaurants te lopen. Het dorp is gelukkig grotendeels verkeersvrij.
Hoe verder ik van de mirador ga, hoe rustiger het wordt. Makkelijk dus om foto’s te nemen. Wat Mojacar zo mooi maakt is de naadloze samenvloeiing van de oude en nieuwe architectuur. Geen chaos en wanorde maar een geslaagde combinatie van heden en verleden.

Enkele foto’s:

straat in Mojacar
straat in Mojacar
straat in Mojacar
straat in Mojacar

De indalo

Heel vaak kom ik ook de Indalo tegen, een menselijk figuurtje met uitgestrekte armen. De beide handen houden de uiteinden van een boog vast. Het is het gelukssymbool van de streek en je vindt het zowat overal in de provincie Almeria. Af en toe wordt hij ook afgebeeld op huizen, om boze geesten buiten te houden.

De indalo, afgebeeld op een huis in Mojacar

La Fuente publica de Mojacar

Beneden in het dorp ligt de Fuente Publica de Mojacar. De openbare bron. Ik heb even moeite om ze terug te vinden maar een behulpzame Spanjaard wijst me de weg en algauw sta ik op een mooie stenen binnenplaats. Het is een ruime, aangename plek die geschiedenis uitademt. Boven de 13 waterstralen van de fontein hangt een gedenkplaat. Beetje moeilijk te lezen maar ik herinner me gelezen te hebben dat hier bij deze fontein in 1488 de gezant van de katholieke vorsten Fernando en Isabel met de laatste Moorse burgemeester bij deze fontein onderhandelde over de overgave van het dorp.
Hoewel de meeste inwoners hierheen komen om gratis drinkwater te halen, ben ik hier helemaal alleen. Het is warm, drukkend warm, dus het frisse water is welkom en ik vul meteen mijn fles.

Fuente publica de Mojacar

In de loop van de namiddag wordt het tijd voo wat afkoeling en rijden wa naar Mojacar Playa, zo’n 3 kilometer verder. Een van de vele mooie zandstranden in de provincie Almeria. Fijn zand, helder water en een chiringuito in de buurt. Meer heb je niet nodig om even te chillen, toch?